Alkmaar naar Nice – Dag 11 – van Alphen naar Reusel

Van velduil tot Reusel: stilte, regen en rode draad

Vanochtend werd ik al om half zes wakker op minicamping De Klaverweide, na een ongekend diepe slaap sinds gisteravond zeven uur. Een weldadige, comateuze nacht. Bij het ontwaken werd ik begroet door onbekende vogelgeluiden. Mijn app vertelde me dat het ging om een velduil en een groenling. Zien doe ik ze zelden, maar horen: dat lukt me steeds beter.

Rond zeven uur begon mijn wandeldag. Ik liep over smalle paadjes langs weilanden, terwijl de zon voorzichtig door het wolkendek prikte. Nog maar net op, en al direct die belofte van een mooie dag. Een uurtje later wandelde ik langs de Belgische grens richting Klooster Nieuwkerk. Rechts de huizen van België, links het open Nederlandse landschap. Het zandpad liep dwars tussen de twee landen door. Bij Nieuwkerk zag ik een zenschuur en een huisje met roodgele luiken — ik was op slag verliefd. Wat een plek.

Even later raakte ik in gesprek met iemand die daar woont. Ze vertelde me dat het gebied eigendom is van een baron die zijn landgoed probeert te behouden zoals het is. Geen projectontwikkelaars, geen vakantieparken. De boerderijen worden verhuurd aan mensen die ze goed onderhouden. Er was ooit zelfs een systeem waarbij je korting kreeg op de huur als je meehielp met afval opruimen. Daar is hij inmiddels mee gestopt: sommige huurders gingen elke dag.

Na elf dagen vogelconcert had ik vandaag voor het eerst behoefte aan iets anders: Radio 2. Even iets vrolijks om mijn gedachten te verzetten. Het paste wonderwel bij het eindeloze karrenspoor dat ik volgde — een weg die soms linksaf buigt, dan weer rechts, maar meestal gewoon rechtdoor gaat. Steeds weer de vraag: kies ik het rechter- of het linkerspoor? Maar op de schaal van een kilometer maakt het allemaal weinig uit.

Na een paar tussenstops volgden lange stukken door prachtig, stil bos. De voorspelde regen kwam, maar was kort en onschuldig. Daarna bleef het stil — écht stil. Geen snelweg, geen vliegtuigen, geen mensen. Een maandag in zijn puurste vorm. Waar ik gisteren nog fietsend Nederland tegenkwam, zag ik vandaag misschien zeven mensen in totaal.

Even sloeg ik rechtsaf om alvast een stukje Vlaanderen mee te pakken — ter voorbereiding op morgen. De bossen bleven betoverend, de paden zacht. Maar met het vocht kwamen ook de prikbeesten: steekvliegen, muggen, en alles daartussenin.

Onderweg kwam ik nog een vrolijke Border Collie tegen. Samen speelden we met een balletje, en ik kletste met het baasje over Reusel en de omgeving. Ik kreeg zelfs een lift aangeboden. Maar nee — ik doe dit te voet. Iets met principes. En ego.

Aan het eind van de middag wandelde ik Reusel binnen. Een mooi dorp, met een coulisselandschap van heggen en hagen, en verrassend veel voorzieningen — maar voorlopig ook de laatste in de buurt. Ik deed wat boodschappen, postte iets (later meer daarover), en liep via een historische straat langs oude boerderijen het dorp weer uit. Het voelde rijk, goed onderhouden. Reusel is vermoedelijk welvarend.

Langzaam kwam ik aan bij de camping, terwijl een boer naast me het gras nog één keer keerde. Klaar voor een rustige avond. Vandaag was misschien geen spektakeltocht, maar juist daardoor zo waardevol: de schoonheid zat in de details, de gesprekken, de stilte. En in het feit dat ik er wéér eentje bij mag schrijven.

Vanavond op de camping kreeg ik heel lief warm water aangeboden voor mijn thee. Ik zat even op een kruk, dat is dan heerlijk. We wisselden ervaringen uit en voor ik het wist was het al ‘laat’.

Langzaam aan begint het hoe en waarom van mijn reis vorm te krijgen. Nog verre van iets deelbaars, maar er borrelt wel wat — en dat is fijn.

Deel dit bericht

Gerelateerde berichten

Flapvoet, vlierbloesem en een paradijsje in Rooj. Om 6:22 stond ik op het pad. Komoot had weer een forse etappe

Want het is zo stil in mij, ik heb nergens woorden voor… Vandaag ging het niet zo lekker. Ik voel