Buisse Heide, Trespa-dorp en een camping vol gouden mensen
Vanochtend werd ik niet al te vroeg wakker. Alles was nat van de dauw, precies zoals het hoort als je in een bos kampeert. De nacht was stil op wat geheimzinnig geroep van een onbekende uilsoort na. Te weinig geluid om te definiëren, net genoeg om te blijven hangen.
Ik had nog vergeten te vertellen dat ik gisteren in de Wouwse Plantage een hertje zag wegschieten. Z’n kop kwam nauwelijks tot m’n middel, knalroodbruine billen en zo schichtig als wat. Hij draaide zich even om – daar zat het geluid in – en verdween daarna in vier, vijf stappen uit beeld. Ongelofelijk hoe snel en vloeiend sommige dieren bewegen.
Vandaag wandelde ik door natuurgebied na natuurgebied. De Buisse Heide, en daarna de Pannenhoef – allebei ronduit schitterend. En dat op een zaterdag met zon: je zou denken dat het zwart zou zien van de wandelaars, maar ik kwam misschien tien mensen tegen. De rest was stilte. Alleen vogels, het kraken van bladeren, het kloppen van m’n stappen.
Na een kilometer of 25 kwam ik de rand van Rijsbergen binnen – en dat was andere koek. Acht voortuinen met grasmaaiers op de millimeter afgesteld en twee meter hoge hekken. De toon was gezet. Toen ik het centrum bereikte, wist ik het zeker: Trespa-dorp. Strak, net, nieuw. Niet mijn smaak.
Gelukkig stonden er nog twee oude gebouwen, die ik op de foto zette – al was het maar om het hoofdstuk Rijsbergen positief af te sluiten. In de supermarkt deed ik mijn grootste boodschappen tot nu toe. M’n rugzak moest ik opnieuw verstellen om alles mee te krijgen.
Daarna liep ik via de oude trambaan – een fietspad met een knipoog naar de geschiedenis – richting Hazeldonk. Ik stak het spoor en de A16 over en zag het sluipverkeer letterlijk en figuurlijk langs me glijden. Roemeense, Bulgaarse, Spaanse en Belgische kentekens. Zelden een Nederlands kenteken. Geen camera’s, geen controle. Het zegt iets. Over grenzen, over ontwijken, over wat zich net buiten het zicht afspeelt.
En toen kwam ik aan bij Camping De Klompenboom. Een minicamping, maar groots in sfeer. Binnen twee minuten had ik een biertje in m’n hand, een campingbeker uit de jaren 80 (omdat ze gehoord hadden dat ik de mijne kwijt was), en mensen boden thee en eten aan. Toen het ging spetteren mocht ik onder het luifel, en ik kreeg zelfs meerdere stoelen en krukken aangeboden. Alles liefdevol. Alles ongedwongen. Alles juist.
Heerlijk gedoucht, goed gegeten. Nu slapen.
Oh, en ondanks het eindeloos smeren ben ik tóch verbrand. Mijn oren gloeien als een boei. even uitkijken naar een hoed ipv mijn petje.
Terwijl ik dit schrijf luister ik mijn Engelse buiten wat. Drie bikers die net op hun Harley’s aan kwamen rijden. Ze zijn opa en drinken gemoedelijk hun biertje. De een legt de ander uit Karma werkt volgens de Hindoestanen. Daarna hebben ze het over yoga, de yogi breath en hoe belangrijk dat is. De wereld veranderd.
oh ja, upload is heel traag dus alle fotos van de route vind je via Komoot, klik hieronder op de route