Wandeling van Alkmaar naar Nice – dag 4 – Noordwijkerhout naar Scheveningen

Van Noordwijkerhout naar Scheveningen: Van Jan tot prinsessen

Van Noordwijkerhout naar Scheveningen: Van Jan tot prinsessen

De dag begon vroeg in Noordwijkerhout. De kou hing nog in de lucht, dat soort ochtenden waarop je je slaapzak uit wilt omdat je het te warm hebt maar daarna wel direct je trui en muts aandoet. Brrr

Na het vaste ritueel van toilet, thee, ontbijt, nog een hap voor de lunch en dan pas de tent, stond alles strak ingepakt. Mijn stokken had ik ditmaal – jawel – wél bij me.

Noordwijkerhout is een vreemde eend in de bijt. Tussen de agrarische eenvoud, met zijn rechttoe rechtaan woningen, duiken plots villa’s op met hoge hekken. Via bloembollenvelden liep ik terug naar het groen, het bos in, richting Noordwijk aan Zee.

Langs een verhard schelpenpad liep ik door naar Katwijk aan Zee, en dat voelde als een soort geheime kustschat: rauw, charmant, en eigenzinnig. Terwijl ik het dorp uitliep hoorde ik plots blote voeten op het pad – Jan. De bloten voetenman. Hij wandelde met me mee, zomaar. We kletsten ons een weg richting de bossen van Wassenaar. Daar zwaaide hij af, alsof het zo hoorde. Het was een bijzondere ontmoeting die mijn gevoel van synchroniciteit versterkt.

Ik liep alleen verder door het duin- en bosgebied, werkelijk prachtig en stil. Totdat ik ineens oog in oog stond met prikkeldraad, camera’s en een hek dat zei: “hier kom je niet verder.” Het bleek Paleis Huis ten Bosch te zijn. Een landgoed voor onze prinsessen, zomaar tussen de bomen.

Via het park en een brede groene strook liep ik Den Haag binnen. Een stad die voelt als een mozaïek van landen. Ambassade na ambassade, stukjes soeverein buitenland in onze eigen achtertuin. Na een tijdje kwam ik in de oude Haagse binnenstad. Daar at ik bij een Libanees restaurant, misschien wel de laatste keer dat ik zó internationaal eet (op dit niveau) deze tocht.

Nog even langs de Decathlon – ik heb geleerd dat scheerlijnen zonder haringen geen scheerlijnen zijn. Lichtgewicht haringen dus, voor straks in het losse zand. De stad begon inmiddels op me te drukken. Te veel prikkels, te veel mensen, te veel van alles.

En toen moest ik nog acht kilometer. Via parken en bossen bereikte ik eindelijk mijn bestemming in Scheveningen. Een boodschap  en toen niets meer. Mijn lichaam ging uit. Ik viel in een diepe slaap alsof het bed me had opgeslokt.

Morgen verder. Naar rustiger oorden, hopelijk.

Deel dit bericht

Gerelateerde berichten

Want het is zo stil in mij, ik heb nergens woorden voor… Vandaag ging het niet zo lekker. Ik voel

Van velduil tot Reusel: stilte, regen en rode draad Vanochtend werd ik al om half zes wakker op minicamping De