Solstice, Supermarkten en Stadsgedreun
Zo hé… wat heb ik diep geslapen. Als Doornroosje. Dankbaar ben ik, écht. Deze heerlijke, ononderbroken nachtrust had ik even keihard nodig. Gisteravond na aankomst lekker gedoucht, op de bank gehangen als een tevreden kat, en de komende vier dagen uitgeplozen: GR5-check, Komoot bijwerken, slaapplekken en supermarkten inschatten. Pelgrimsplanning op z’n best.
Mijn gastank – gekocht in Bergeijk – doet inmiddels zó raar dat ik begin te vermoeden dat hij me langzaam wil saboteren. Vanaf dag één al een beetje raar, maar nu écht zorgwekkend. Hoog tijd dus voor een ander exemplaar, eentje van de Decathlon. En als ik daar toch ben, gelijk even wat droogvoer inslaan voor de volgende bivakdagen.
Vandaag is het zonnewende, solstice, het begin van de zomer. En dus – sorry alvast – gaan de dagen vanaf nu korter worden. Don’t shoot the messenger. 🫣
De ochtend begon goed: een ontbijt à la chambre d’hôtes dat bijna een aanval op mijn maag was, maar hé – pelgrims eten alles. Alles. En op. 💪😄 Om 6.30 was ik alweer op pad. Vroeg vertrekken loont deze dagen, want na 14.00 uur is het eigenlijk niet meer te doen in de zon, zeker niet als er nul schaduw is. Bos is goud 🌳🌲🌳.
Na amper twee kilometer liep ik langs een camping die op geen enkele kaart staat, met een bordje dat je als pelgrim daar mág slapen… maar alleen van vrijdag op zaterdag. En wat was het gisteren? Juist. Vrijdag. 🤦♂️ Maar goed, de magie van gisteren was op een andere plek, en die had ik nodig ook.
De route tot halverwege was prachtig – daarna werd het doorstappen door het stedelijke. Gelukkig werd ik Metz binnengeleid via een oude burcht uit de 12e eeuw. Dat geeft tenminste cachet aan het asfaltstampen. En jawel, 200 meter voor de camping: een supermarkt. Ritueel afgevinkt. En dit keer ook: wasdag. Zo’n wasmachine… dat is pas comfort. Alles weer fris, ikzelf incluis.
Maar… door dat wachten op de was miste ik net de huurfiets naar Decathlon. En Metz blijkt in feestmodus: Fête de la Musique: alles vroeg dicht, muziek op elke straathoek en een soort vrolijke chaos. In het lokale winkelcentrum raakte ik bijna bedolven onder de overvloed, dus dan maar plan B: repen, aardbeien, en morgen koken.
Een vegan snackbar bleek volgeboekt, dus uiteindelijk een burgerbar met een vega-optie gescoord. Die at ik op onder het genot (not) van vijf dj’s, vier bands, en een blazersensemble dat allemaal tegelijk probeerde het luidst te zijn. Mijn brein stond op exploderen, mijn maag in de knoop.
En toch… probeer ik het leuk te vinden. Het is een feest. Metz is écht een geweldige stad. Maar ik voelde me opgejaagd, opgelaten, overprikkeld. Toen ik eindelijk terug was op de camping, moest ik wachten tot na 22.00 uur op enige afkoeling, met de prikbeesten paraat. Ik lag net, toen ik me realiseerde: dat gedreun gaat nog wel even door. Tot 5 uur, blijkt. Mijn wekker staat op 5.15. Karma, denk ik.
En toch… nogmaals: Metz is de moeite waard. Wat een leuke stad. Die camping ligt dus aan de rivier, midden in het centrum. Een keer terug, met Jeanine, dat lijkt me wat. Boetiekjes, tweedehands winkels, sfeer, eten. Echt een plek om samen te verdwalen.