Een trektocht, hike-thru of lange afstand wandelpad/gr met je zoons wandelen

Waarom je met pubers de bergen in moet trekken (en hoe je dat overleeft)

Een meerdaagse trektocht lopen met je zoons. Het klinkt misschien als een romantisch idee — vuurtjes stoken, diepe gesprekken bij zonsondergang, samen de top bereiken. Maar laat ik eerlijk zijn: het is óók zwetende rugzakken, onderlinge frustraties, sokken die niet drogen en af en toe een blik die zegt: “Pap, dit was toch jouw idee?”

Toch zou ik het zo weer doen.

Sterker nog, ik wil anderen aanmoedigen: pak die rugzak, kies een LAW of GR en ga op pad met je kinderen. Niet voor de kilometers, maar voor wat er onderweg gebeurt.


1. Het ritme van de dag: van croissant tot kampvuur

Onze dagen begonnen vroeg — of laat, afhankelijk van de bivakplek of de regen. Soms werden we wakker van kerkklokken boven ons (die van 7 uur zijn hard!), soms van een bosuil of een spontane bui op het tentdoek. En soms begon de dag al met koffie en croissants in een Natuurvriendenhuis, waar we als team ontbijt maakten en de tafel dekkten alsof we in een Frans hotel zaten.

Elke dag had zijn eigen ritme: wandelen op de wekker, pauzeren met een stokbrood in de zon, dalen door wijnvelden, klimmen naar kastelen, afdalen door modder. Je leeft op een ander tempo. En ineens blijkt dat puberzonen daar óók in kunnen landen. Met als hoogtepunt het bivakeren in een oude kasteeltoren met ondergaande en opkomende zon.


2. Pubers in de natuur: wifi weg, verbinding terug

Het verbaasde me hoeveel mijn zoons met elkaar praatten. Hoe ze elkaar hielpen bij steile stukken. Hoe ze lol hadden met oordopjes delen en elkaars muziek uitproberen. De gesprekken kwamen vanzelf. Soms ging het over muziek, soms over nieuws, soms over niets. Maar het gebeurde — ongedwongen, zonder scherm.

En ja, de eerste 4G-ontvangst na dagen voelde als een feest. Even wifi consumeren in de schaduw van een boom. Maar dat moment was kort. Want het echte leven speelde zich af op het pad en ze wisten, we moeten weer door.


3. Nachtelijk onweer, ruïnes en kasteelmuren

We sliepen op de vreemdste plekken: onder een dennenboom boven een vallei, naast scouts bij een kloosterruïne, of — de absolute droom — ín een eeuwenoud kasteel, met uitzicht over het Rijndal. We keken naar zonsondergangen, sterrenhemels, en luisterden samen naar het bos dat ’s nachts tot leven kwam.

Soms was het spannend. Midden in de nacht geweerschoten, sirenes, en een schreeuw van een dier. Mijn hart sloeg over. Mijn zoons sliepen gewoon door. Maar de volgende ochtend zaten we weer samen aan de muesli alsof er niets was gebeurd. Dat contrast — die kwetsbaarheid naast die vanzelfsprekende veerkracht — is misschien wel de kern van zo’n reis.


4. Praktische tips voor wie het aandurft

✓ Neem de juiste rugzakken mee. Die van mijn zonen waren iets te lang/kort voor hun rug of niet goed af te stellen. Resultaat: zere schouders, humeurtjes. Koop of leen goede, verstelbare rugzakken. Het loont.

✓ Eet als een koning. Droogvoer werkt, maar samen koken in een hut, een pasta op tafel zetten die je zelf omhoog hebt gesjouwd — dát schept herinneringen. En honger is echt de beste smaakmaker.

✓ Bouw rustmomenten in. Slaap op picknickbanken in de zon. Doe een siësta tussen de wijnranken. Wandel op de wekker (bijv. 1u10) en neem structureel pauze. Het voorkomt uitputting én geeft ruimte voor lol. Onze jongste kan nooit slapen in de middag, heeft hij nooit gekund. Maar, na een wandeling van 10km in de heuvels sliep ook hij als een roosje.

✓ Houd rekening met je eigen rol. Als ouder ben je gids, kok, psycholoog, mopjesmaker en pack mule. Maar vergeet jezelf niet. Mijn ‘kameleon stand’ maakte dat ik mezelf soms vergat, tot de irritatie eruit floepte. Praat daar open over. Laat ook zien dat jij het zwaar hebt. En lach, lach bulderend hard als je jezelf zo laat gaan, je bent ook maar een mens.

✓ Wees flexibel. Laat los wat je van tevoren had bedacht. Het mooiste uitzicht ligt soms 500 meter buiten de route. De fijnste kampeerplek is misschien niet gepland. En soms komt er iemand langs die je uitnodigt — ga erop in.


5. Waarom je dit ooit moet doen

  • Omdat je je kinderen anders leert kennen.
  • Omdat je jezelf anders leert kennen.
  • Omdat het gesprek onderweg vanzelf ontstaat.
  • Omdat samen afzien verbindt.
  • Omdat een puber die na een klim van 20% zegt: “Pap, dat was zwaar, maar wel vet”, iets is wat je niet snel vergeet.
  • Omdat het de mooiste herinneringen oplevert, die je niet kunt plannen, boeken of kopen.

En daarna?

Misschien een huttentocht met dagrugzakken.
Misschien een keer ultralicht — zodat de jongens ook meer genieten van het lopen zelf.
Misschien zelfs… nog een keer met zijn vieren, gewoon omdat het kan.

Maar eerst nagenieten.

En dromen van die ruïne, dat stokbrood, die toren, dat dal.
En van die drie stemmen naast je, die steeds minder jongens klinken — en steeds meer als mannen.

Gerelateerde berichten