Alkmaar naar Nice – laaste Vogezen met waterval als toetje – dag 46 – van Molkenrain naar Ballon d’Alsace

De wekker stond op 6:00, maar in goede GR5-traditie was ik alweer eerder wakker. Wat een nacht: diep geslapen, warm, droog, beschut in het natuurvriendenhuis van Molkenrain. Alles klopte. En dus duurde het even voor ik op gang kwam. Opruimen, afscheid nemen, afscheid uitstellen — het was 8:15 voor ik mijn nieuwe Scarpas vastsnoerde en het pad naar beneden koos. 

De afdaling naar Thann is steil maar vredig. De Rijnvallei ligt nog in nevelen gehuld, maar het ochtendlicht doet zijn werk. Bij het eerste uitzichtpunt heb ik geluk: twee gemsen schieten zwijgend over de rotsen, lichtvoetig en trefzeker. Alsof de zwaartekracht voor hen niet geldt. Gemsen: check.

Na anderhalf uur bereik ik het dorp. Even wat inkopen doen, maar de echte missie is anders: mijn nieuwe Scarpas, via Vinted gekocht, gaan niet mee verder. Te stug, te veel wrijving. Ik loop op mijn oude schoenen verder en besluit de nieuwe te doneren. Na een korte queeste langs een gesloten postkantoor en een winkel zonder printer, beland ik bij een recyclepunt. De schoenen verdwijnen in een bak van Terre des Hommes.

Na een lekker gebakje van de lokale bakker begint het bekende verhaal: what came down, must go up. En dus klim ik opnieuw. Eerst door saaie bosbouwpaden — rechttoe, rechtaan, praktisch en zonder charme. Maar naarmate ik hoger kom, verandert het landschap. De Vogezen nemen afscheid in schoonheid. Het is niet zo mooi als hij Hohneck maar het einde is wel spectaculair.

Rotsblokken, weides, bergmeren, afgronden: ik lunch op een picknicktafel, later opnieuw aan een meertje. De uitzichten zijn adembenemend. Ik volg een pad dat zich als een filmrol langs de rand van de berg slingert. Elke stap vraagt concentratie. De wereld beneden lijkt ver weg, in een andere dimensie.

Aan het eind van de middag doe ik een kleine omweg naar een refuge. Wat een plek! Beschut, alsof het op heinop de Veluwe ligt in een kom maar stiekem wel op 1000m hoogte. Maar: vol. Pas later begrijp ik waarom. De Ballon d’Alsace is dichtbij en dit is het laatste toevluchtsoord ervoor. Ik loop door, moe maar nieuwsgierig.

Blauwe bosbessen markeren de laatste klim. En dan sta ik daar: bovenop de Ballon d’Alsace, hoogste top van de zuidelijke Vogezen. Wind. Fris. 20:00. Te laat om te blijven. Er is niets, geen schuilplek, geen refuge, geen camping. Alleen borden: “prochaine camping à 30 km.” En dan: prikkeldraad. Verboden toegang. Nieuwe provincie, nieuwe regels. Welkom in Bourgogne-Franche-Comté. Maar beneden zie ik een hele groep gemeen. De motoren dagen over de slingerende weg. Ik eet bramen die ik tegen kom, kan er niet vanaf blijven.

Ik daal af In de schemering. Dan komt de redding: de beroemde watervallen van Rummel. Bijna donker, ik ben op. Hier dan maar. Verbodsbord of niet. Ik vind een vlak plekje, was me in het ijskoude bergwater, zet mijn tent op en val uitgeput in slaap.

Om middernacht word ik wakker. Mijn maag rommelt. Geen wonder: ik ben vergeten te eten. Half slapend prop ik kaas en brood naar binnen terwijl ik in mijn slaapzak blijf liggen. Buiten blaast een koude valwind van de top het dal in. Mijn wekker staat op 5:45. Voor dag en dauw wegwezen. Niemand die weet dat ik hier was.

Gerelateerde berichten