Alkmaar naar Nice – dag 39 – regen, waterval, zon, en sirenes – van Natzwiller naar Niedermuenster

Van mist naar zon en van rust naar sirenes

De nacht begon met regen, eindigde met onrust. Sverre en ik werden vroeg wakker van de wind en de regen die op het tentdoek kletterden. Alles in het bos had vannacht geluid. Enkelen van ons hadden het koud gehad. In de hut was het donker en vochtig, maar buiten was het nog natter. Dus bleven we langer zitten, hoopvol naar het bos turend in de hoop dat het zou opklaren. Niet dus. Uiteindelijk trokken we onze natte schoenen aan, hesen ons in regenkleding en liepen het bos in.

We wandelden in de mist. Donkergroene bossen, felgroene mossen, dikke wolken. Alles stil, alles sprookjesachtig. De wereld werd zachter, doffer, omhuld. Onze schoenen sopten, onze neuzen werden koud — maar niemand mopperde. Het had iets magisch.

En toen: de watervallen van Hohwald. Precies op het fotomoment brak de zon door. Warm, fel, alsof ze ons had gemist. Een zucht van opluchting ging door ons heen. Alsof we ons weer herinnerden hoe het voelde om écht warm te zijn.

In het dorp vonden we een camping. Receptie gesloten, maar de poort stond open. We gebruikten de wc en een vriendelijke vrouw wees ons een overdekte picknickplek. Voor ik het wist lagen mijn mannen languit te slapen op de banken, op de tafels — overal. Zelf draaide ik de sokken, zooltjes en schoenen als hamburgers op een BBQ. Even rust, de eerste dagen zijn nu eenmaal het zwaarst.

Eenmaal wakker liepen we verder door het dorp Le Hohwald, waar elk huis een kunstwerk leek: vakwerk, kleurige luiken, uitgesneden houten balkons. De klim naar de Mont Sainte-Odile begon en het weer werkte mee. Windje, blauwe lucht, aangename temperatuur, uitzicht. Het leek wel een ansichtkaart.

Bij de eerste Abri na 17 uur kookten we functioneel en snel: witte bonen in tomatensaus, groenten uit blik, instant rijst en gekookte eieren. Afgetopt met alles wat in de categorie ‘toetje’ paste. Binnen drie kwartier hadden we gegeten, afgewassen, ingepakt en stonden we weer klaar.

We liepen de laatste kilometers omhoog. Het klooster boven op de berg was helaas al dicht. Maar tussen de bomen door zagen we de Rijnvallei en, in de verte, de silhouetten van het Zwarte Woud. Duitsland. De zon stond laag. Goud.

We daalden af, langs eeuwenoude kloostermuren, naar Niedermuenster — een plek van stilte, ruïnes, geschiedenis. Daar vonden we een plek onder de dennen om te kamperen. Uitzicht op een vallei tussen twee bergkammen. We poetsten onze tanden met z’n vieren terwijl de zon onderging. Zo’n moment dat je opslaat.

Een scout kwam nog vragen of we niet liever op hun terrein wilden staan, maar alles stond al, we waren moe en mijn jongens vonden het te spannend — geen woord Frans. Begrijpelijk. En toen kwam de nacht.

Om 02:45 schrok ik wakker van een snerpende sirene. Mijn hart sloeg over. Toen kwamen de geweerschoten. Mijn hoofd probeerde grip te krijgen. Waren het de scouts? Een oefening? Een cult? Een jacht?

Ik hoorde mannenstemmen, honden, een elektrische hoorn — en toen de doodskreet van een dier. Balkend. Meer schoten. Mannen die scandeerden, riepen, zongen. Een aanvoerder die iets riep, een groep die in koor antwoordde. Het werd opzwepend, luid. Alsof ze ieder moment uit de donkerte zouden oprijzen.

Ik durfde nauwelijks te ademen. Mijn zonen sliepen. Mijn hoofd draaide overuren. Was dit dom, onverantwoord? Ik probeerde betekenis te geven aan het geluid. Een militaire oefening? Een nachtjacht? Het gejuich dat volgde leek het laatste te bevestigen. Daarna werd het stil.

Om 03:45 kwam een groep voorbij. Militaire uitrusting. Metaal, lampen, zware stappen. Ze verdwenen richting het dorp beneden. Mijn hart bonsde nog steeds. Het duurde zeker een uur voordat ik weer kon te slapen.

Maar we zijn er nog. Iedereen sliep door, zelfs de scouts. Alleen de bosuil begon aan zijn nachtdienst.

En ik?

Ik realiseerde me hoe kwetsbaar en krachtig ik me tegelijk kan voelen. Daar, onder de sterrenhemel, met mijn kostbaarste bezit in tentjes op een bergflank.

Dit is avontuur.

Dit is reizen.

Dit is leven.

Maar eerlijk: het was wel een béétje spannend.

of kort epiloogje voor deze dag wilt toevoegen.

 

Gerelateerde berichten

Het spookte vannacht. Flitsen, gerommel, en uiteindelijk, tegen drieën, regen....