De dag begon vroeg. Vier uur wakker, vijf uur op, zes uur aan de wandel. De azijn werkte: voor het eerst in lange tijd rook ik géén kattenpis. Hoogstens nog een vleugje zuur, maar dat ruikt tenminste alsof er íéts gereinigd is in dit leven. Ik heb heerlijk geslapen. Écht geslapen.
De ochtend was fris, helder en vogelrijk. De spechten tetterden alsof ze me uitlachten – of misschien gewoon begroetten.
Wandelen vandaag was puur genieten. De wijngaarden rolden zich uit als een groen tapijt over de hellingen. Tussen de druivenranken lag plots een oehoe. Dood, helaas. Een jong beestje nog, met dons op z’n achterhoofd. Ogen zo groot als mensen, glanzend en intact. Klauwen als kinderhandjes met dolkjes eraan. Mysterieus én ontroerend. Wat een eer om dat van zo dichtbij te mogen zien. Wat jammer voor het beestje dat het hier ophield.
De supermarkt bleek een doolhof van korte gangpaden en lokale luxe. Na minstens achttien rondjes kwam ik eruit met verse pasta, een klein potje pesto (natuurlijk het duurst), biodynamische kaas en biologisch brood. Ook dát is geluk.
Snel terug het bos in, want het was inmiddels bloedjeheet – 27 graden om twee uur ’s middags. De zon brandde. Gelukkig leidde het pad langs en over een beekje. Halverwege vond ik een bankje. Ik streek neer – letterlijk. Halve rugzak leeg, schoenen uit, even staren. Tot er op vijftien meter voor me ineens een ree het pad overstak. Hij bleef even staan. Ik hield mijn adem in. Hij ook, denk ik. En toen verdween hij stilletjes het bos weer in. Cadeautje.
Mijn lunch: pasta met pesto. Gekookt in rivierwater, want dat voelt alsof het moet. En het smaakte alsof het zo hoorde.
Het geluk… het begon zich op te stapelen. Die diepe rust. Die eenvoud. Slapen, eten, wandelen, kijken, luisteren. Alles teruggebracht tot de essentie. En het voelt niet als minder, maar als méér. Verslaafd aan de natuur? Ja, grondig!
Langzaam trekken de laatste dorpjes van Luxemburg voorbij. De mensen zijn wat gemengder, de auto’s ook – niet alleen dikke bakken tussen de wijnranken, maar ook gewoon… auto’s. De bergen worden iets minder steil, iets minder hoog. Ik ben benieuwd of dat zich morgen doorzet in Frankrijk.
De komende drie dagen wandel ik richting Metz. Op de kaart geen campings, geen supermarkten, geen zekerheid. Misschien ook geen blog. Maar dan ben ik er over drie dagen gewoon weer. Met verhalen.
Tot dan.
PS: via Komoot kun je wel zien waar ik uithang en fotos bekijken.