Alkmaar naar Nice – Slapen bij vreemde in de tuin met een zwembad – dag 18 –

over riviertjes, steile klimmen en herinneringen aan schapenscheren

Lekker vroeg wakker. De dag begon met veel condens en toen… een douche met een bloedhete kachel erin. Zo heet dat ik spontaan besloot nóg maar een keer te douchen — de handdoek zou toch zo weer droog zijn. Dacht ik. Nu wappert hij alsnog halfdroog aan mijn rugzak.

Ik liep het dorp uit. Het GR-bordje wees me direct een rivierbedding in. Superspannend, met volop kansen voor leuke foto’s. Even later werd het pad ineens serieuzer: “Volg dit pad 850 meter.” Dan weet je het al: dit wordt klauteren. Gelukkig koos het riviertje na 100 meter zijn eigen route het dal in, en mocht ik verder over een bospaadje.

Overal kleine bosbeekjes die afstromen naar La Magne, het riviertje dat hier het dorp doorkruist. Prachtig. En dan ineens sta je in het bergdorpje Olne. Schitterende oude huizen, klassiek van stijl. Een beeldige school, en nog een oud schoolgebouw uit — als ik het goed onthield — 1841.

Verder naar Nessonvaux. Binnengewandeld via een boerenriviertje en lieflijk boerenland. Het eerste deel was wederom prachtig: beekjes, huizen van grote stenen, oude bouwstijl. Ik liep er met volle teugen van te genieten.

Toen kwam er een stevige klim. Rode-piste-plus, zou je kunnen zeggen. Boven wachtte een spectaculair uitzicht. Beneden reed een trein door een tunnel — met flinke toetertjes bij het in- en uitrijden. Bovenop, tussen de weilanden en zonder zicht op huizen, moest ik ineens denken aan Australië. Toen ik zes was, woonden we daar tijdelijk in een caravan op de boerderij van mijn oom Paul. Huiswerk maken in de caravan, daarna buiten schapen scheren of vijvers leegpompen. Dat beeld kwam nu levendig terug.

Niet alle paden hier zijn relaxt. Sommige zijn steil, met maar één plek voor je voet. En dan zie je ineens een zee van bramentakken voor je. Die hebben dit jaar massaal gebloeid — het belooft een goeie oogst te worden. Of ze in Nis ook bramen oogsten? Geen idee.

Een pittige afdaling bracht me tussen huisjes die enkel bereikbaar zijn via steile trappetjes. Helemaal beneden stak ik de Vesdre over. En ik rook een bakker. Even Google Maps erbij.

Boodschappen gedaan in Nessonvaux, een typisch verbindingsplaatsje waar je snel weer de bergen in wil.

Daarna Fraipont. Hoog erboven ligt Hurlevent. Dat bracht herinneringen boven. In 2002 ging ik met Jeanine op wandelvakantie in de Ardennen. Twee weken sjouwen met te zware bepakking (tent met stalen stokken, matras, luchtbed, pomp…) en vooral kuppensoep en Sultana’s. En wat smaakte die kipfilet met rijst op de voorlaatste camping goed! Hoogtepunt van die tocht was een verlaten natuurvriendenhuis waar we onverwacht de sleutel kregen. Onvergetelijk.

Vandaag ging de route verder door Louveigné, onderdeel van Sprimont. Bovenop de berg stond een wat troosteloos, onbeheind kerkhof. Mijn vermoeden: in het oude dorp was geen plek meer.

Geen oude huisjes hier, wel een voetbalvereniging met charmante reclamebordjes, een wit kantinegebouw en een houten tribune. Het veld loopt schuin af, dus ik vermoed dat wisselen hier cruciaal is. Iedereen recht op het voordeel.

Via Banneux — waar de Notre-Dame toeristen blijft trekken (ik wandelde door) — ging het verder over een hoog plateau. Geen ingeslepen berg, maar geleidelijk stijgend terrein. Veel aangeplante bossen voor de bosbouw.

Toen Becco. En dat voelde meteen goed. Een plek waar ik me zo thuis zou voelen. Middeleeuws, maar dan in de positieve zin. Leuke weetjes ook: Becco komt van “Bôkholt”, beukenhout. Het dorp kent bijzondere legendes en gebruikt nog altijd een eeuwenoude lindeboom als dorpssymbool.

Verder naar Reid en daarna volgde weer een klim en afdaling. In Winamplanche werd ik begroet door blaffende honden en een pad vol bramen. Gelukkig hou ik van uitdagingen.

De laatste klim bracht me naar Creppe. Onderweg passeerde ik een vers geoogst bos. Alle bomen weg, keurig gestapelde stammen in de berm. Spectaculair gezicht.

En toen, na zo’n lange dag, een nieuw iets voor mij. Ik mocht mijn tent opzetten in de tuin van Bernard en Pascale. Een schitterend plekje. Terwijl de avond viel, lag daar een zwembad met uitzicht op grazende koeien. Wat wil je nog meer? Een verfrissende duik met uitzicht op het platteland, en het besef: dit ga ik niet zomaar nog eens meemaken. Dank aan mijn gastvrouw en gastheer ❤️

Deel dit bericht

Gerelateerde berichten

Langs buizerds, zweefvliegen en over de grens naar Luxemburg. Eerste gaatje in schoen en tropisch warm. Vanmorgen werd ik heel

Vanochtend vertrok ik uit Trois-Ponts, na een erg gezellige avond in het natuurvriendenhuis. Kletsen bij de open haard, en voor