Van stormnacht tot vestingstad
De nacht in Hoek van Holland was een onrustige. Omringd door 1100 trailers stond mijn kleine tentje te wiebelen in de storm windkracht 7, terwijl de felle lampen en klapperende toilettendeuren me uit mijn slaap hielden. Alsof dat niet genoeg was, werd ik om half twee ’s nachts nog berispt door de nachtwaker omdat mijn handdoek niet onder het afdak van het toiletgebouw mocht hangen. Geen ideale nacht, maar het leerde me weer eens hoe waardevol rust is. Het zorgde voor een wat mopperend hoofd de eerste kilometers.
Om 7 uur stipt mocht ik mijn powerbank ophalen uit het toiletgebouw. De beveiliging was consequent rechtlijnig. Daarna was ik snel weg. De wandeling begon met een prachtig bos vol met bunkers, een uitkijktoren en oude bomen. Daarna een krachtige wind, langs de Maas met kilometers lang links de bomen, boven de meeuwen, onder de honderden zwanen en rechts de Maas met imposante containerschepen en olietankers. De uitmonding van de Maas in de zee is een imposant gezicht. Bij de volgende plaats vooral nieuwbouw en architectonische hoogstandjes in Maassluis. Een stad die ooit de poort naar de zee was, compleet met oude gebouwen, tolpoorten en natuurlijk de sluis zelf.
In Maassluis nam ik de tijd voor lunch bereid op een bankje midden in een woonwijk. Daarna met het pontje de Maas over, richting Rozenburg, een idyllisch dorpje te midden van industriële grootsheid.
Na Rozenburg volgden industriële bruggen, dubbelbaans snelwegen, en een tunnel vanuit Rotterdam die uit de grond kwam. Verkeer, nog meer verkeer, nog een brug, en toen eindelijk de rust van de natuur. Een groene strook, een prachtige dijk, en daar lag Brielle, een middeleeuwse vestingstad.
In Brielle dwaalde ik door de straten, langs oude kanonnen, kastelen, en historische gevels. Een indrukwekkende plek, maar de kampeeropties waren minder aantrekkelijk. De eerstvolgende camping bleek weer een trailerparadijs, dus ik liep door naar Oostvoorne. Via een nog mooiere dijk met rechts bomen en links de velden met monumentale huizen en boerderijen. Ondertussen brak de zon geregeld door.
In Oostvoorne trakteerde ik mezelf op een heerlijk ‘diner’ bij een snackbar, vulde mijn voorraden aan in de lokale supermarkt, en vond een perfecte camping. Een trekkersveld met een eigen picknicktafel, luxe douches en rust, ondanks het verkeer en de aanvliegroutes van Schiphol(!). Hoewel mijn benen nog dubbel zover willen geven mijn voetzolen aan dat dit wel even genoeg was zo. Ik laat ze rusten… tenminste voor één nachtje dan.